Indien er vrouwen werkzaam zijn en werk verrichten met gevaarlijke stoffen kunnen bepaalde gevaarlijke stoffen schadelijk zijn voor de zwangerschap, het ongeboren kind en de zuigeling via de borstvoeding. Het gaat daarbij vooral om:
Iedere werkgever moet maatregelen nemen gericht op het voorkomen en beperken van (de effecten van) blootstelling aan gevaarlijke stoffen. In de zwangerschap en de periode van borstvoeding zijn aanvullende maatregelen noodzakelijk.
De SER Handreiking Zwangerschap en Werk geeft een nadere beschrijving van de Algemene maatregelen. Vervolgens is er een uitwerking van maatregelen voor risico specifieke Modules. Voor Fysiek belastend werk zijn in de ‘Handreiking Zwangerschap en Werk’ van het SER, in de Modules B1, B2 en B3 nader te nemen stappen beschreven.
In deze handreiking Zwangerschap wordt het RAAK–principe gehanteerd. Dit omvat 4 stappen, namelijk:
In de handreiking is een gedetailleerder uitleg te vinden in hoofdstuk 4.4.
Een medewerkster heeft recht op toepassing van het RAAK-principe vanaf het moment dat zij heeft gemeld dat zij zwanger is of aangeeft dat zij borstvoeding geeft.