SENA vs Dance: binnen = buiten

03-10-2013

Na een lange periode van onenigheid over het te betalen tarief voor gebruik van SENA repertoire op dance events heeft de rechtbank vandaag enige duidelijkheid kunnen geven over de voor dance events geldende tarieven. De dance organisaties ontvingen het vonnis gematigd positief.

Voor hen lag de winst met name in de toepassing van het gelijkheidsbeginsel op indoor- en outdoor dance evenementen. De organisatoren wisten de rechter ervan te overtuigen dat er geen enkele rechtmatige grondslag is om een ander tarief te rekenen voor een dance evenement dat in een club wordt georganiseerd dan in de buitenlucht. Hieruit volgt de conclusie dat SENA in de periode 2004 t/m 2013 het zogeheten discothekentarief had moeten toepassen en voor dance festivals geen hogere tarieven had mogen vragen.

Wel ging de Rechtbank mee in het verzoek van SENA om in de toekomst af te rekenen op basis van een percentage van de recette in plaats van – zoals tot op heden - een bedrag per bezoeker. De hoogte van dit percentage - de rechter oordeelde dat 1,5% van de recette billijk is (SENA wenste 3%) - wordt wat gedaagden en collega-organisaties verenigd in de Vereniging van Evenementenmakers (VVEM) betreft onderwerp van komende onderhandelinge.

De Rechtbank staat het SENA verder toe uit te gaan van een algemene regel van gebruik SENA repertoire van 70% of meer, zonder dat SENA exact hoeft te weten welke muziek ten gehore is gebracht. Dit is al jarenlang een gevoelig punt voor de organisatoren omdat SENA naar de mening van de dance organisaties daardoor niet weet aan wie ze de vergoeding moet uitkeren. Rechthebbenden kunnen zo vergoedingen mislopen omdat het werkelijke muziekgebruik niet gemeten en herkend wordt.

Zoeken in nieuws

 

Zoekterm

Kennispartners & preferred suppliers